In de nota weerstandsvermogen en risicomanagement is bepaald welke instrumenten ingezet worden voor de financiering van de incidentele en structurele risico’s. Gemeenten moeten zelf een beleidslijn formuleren over de in hun organisatie noodzakelijk geachte weerstandscapaciteit in relatie tot de specifieke risico’s. In deze nota wordt eerst een uitleg van de belangrijkste begrippen gegeven, de weerstandscapaciteit nader toegelicht en volgt een inventarisatie van de risico's. Deze risico's kunnen jaarlijks wijzigen afhankelijk van bijvoorbeeld wijzigende wet- en regelgeving of actuele gebeurtenissen.
De belangrijkste definities en toelichting daarop zijn de volgende:
- het weerstandsvermogen is te definiëren als “het vermogen om niet-structurele financiële risico’s op te kunnen vangen teneinde de taken te kunnen voortzetten, zonder dat het beleid of de uitvoering daarvan in gevaar komt”. Deze risico’s zijn niet gedekt middels de begroting of waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen zijn afgesloten. Het weerstandsvermogen is voldoende als financiële tegenvallers goed opgevangen kunnen worden en het saldo weerstandscapaciteit minus risico’s positief is. Voor het beoordelen van het weerstandsvermogen is inzicht nodig in de omvang en de achtergronden van de risico’s in relatie tot de aanwezige weerstandscapaciteit.
- de weerstandscapaciteit is te definiëren als “aanwezige middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten, die onverwacht en substantieel zijn, te dekken zonder dat de begroting en het beleid aangepast hoeven te worden”. Onder aanwezige middelen is onder andere te verstaan: algemene reserves, bestemmingsreserves, stille reserves.
Voor verdere uiteenzetting van de doelen en definities omtrent het beleid weerstandscapaciteit en risico’s verwijzen wij naar genoemde nota.
In artikel 11 van het Besluit begroting en verantwoording is het belang aangegeven van het voeren van een adequaat risicomanagementbeleid. Uit dit artikel volgt dat de paragraaf over het weerstandsvermogen tenminste bevat:
- het beleid over de weerstandscapaciteit en de risico’s;
- een inventarisatie van de weerstandscapaciteit;
- een inventarisatie van de risico’s;
- kengetallen;
- een beoordeling van de onderlinge verhoudingen tussen kengetallen in relatie tot de financiële positie.