Paragrafen

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Risicobeschrijving
Bij het minimabeleid komen de eventuele tekorten voor het grootste deel voor rekening van de gemeenten. Rijksbeleid met uitgavenplafonds bepaalt hoeveel middelen de gemeente van het Rijk ontvangt om de kosten te dekken. De economie bepaalt uiteindelijk welke vragen de gemeente moet beantwoorden. Hierdoor bestaat het risico dat de uitgaven hoger worden dan waar gemeenten door het Rijk voor worden gecompenseerd.

Als de economische onzekerheid toeneemt, zal de vraag naar meer en vaker ondersteuning toenemen en zal het ook direct zijn weerslag vinden op de bijstandsuitkeringen.

Voor het bekostigen van de uitkeringen, ontvangen gemeenten binnen de participatiewet een gebundelde uitkering bekend onder de naam BUIG. Doordat hier sprake is van een landelijk budget met objectieve verdelingen kan het zijn dat het landelijk budget niet hoog genoeg is om de kosten te dekken, of dat de middelen niet toereikend zijn voor de specifieke situatie van onze gemeente. De vangnetregeling die hiervoor bedoeld is, waarin een deel van de tekorten wordt afgetopt, wordt in het volgende jaar pas uitgekeerd.

Sinds 2022 wordt de loonkostensubsidie (LKS) over de gemeenten niet meer verdeeld via het objectief verdeelmodel, maar op basis van de laatst bekende realisaties. Bij de vaststelling van het voorlopige LKS budget wordt uitgegaan van de realisaties twee jaar (T-2) voorafgaand van het budgetjaar. Bij het definitieve budget zal van de realisatie van het voorgaande jaar (T-1) worden uitgegaan. Bij een toenemende trend van LKS liggen de uitgaven boven de inkomsten. Hierbij is het risico aanwezig dat, wanneer de groei sterker is dan onze eigen verwachting, er een tijdelijk tekort ontstaat.

Bij het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) bestaan er financiële risico’s voor de gemeente. Bedrijfskredieten worden door de gemeente voorgefinancierd, hetgeen in het jaar erop weer wordt vergoed door het Rijk. In de jaren erna moet de gemeente 75% van de verstrekkingen weer terugbetalen, waarbij het risico aanwezig is dat de aflossingen door de ondernemers hierop achterblijft.

Voor overige inkomensregelingen geldt, dat er mogelijk sprake is van minder gebruik dan er in potentie rechthebbenden zijn. De begroting is gebaseerd op het werkelijke gebruik. Doordat mensen verder in de knel komen en/of omdat er op onderdelen acties worden gedaan om onze regelingen beter bekend te maken, kan er sprake zijn van toenemend gebruik. Ditzelfde geldt voor mogelijke verbeteringen, ten behoeve van de positie van onze inwoners, die voortvloeien uit lopende onderzoeken naar ons minimabeleid of onderdelen daarvan.

Beheersmaatregelen
Er zijn diverse beheersmaatregelen om dit risico te mitigeren, zoals:

  • Door zoveel mogelijk te zorgen voor uitstroom, zal de BUIG minder belast worden.
  • Sturen op dat werken loont, hierdoor wordt er minder gebruik gemaakt van de bijstand en het minimabeleid.
  • Er vindt scholing plaats via de Werkcorporatie (WeCo), hierdoor worden mensen in een betere positie naar werk gebracht.

Omvang risico in euro’s:   €     1.580.000
Kans dat het risico plaatsvindt:              Divers
Financieel effect in euro’s:   €        520.000

Deze pagina is gebouwd op 07/10/2024 12:20:05 met de export van 07/10/2024 12:13:00