In dit onderdeel wordt de benodigde weerstandscapaciteit (het totaal van alle kwantificeerbare risico's) vergeleken met de beschikbare weerstandscapaciteit. De verhouding tussen de beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit geeft de financiële weerbaarheid aan van de gemeente.
Met betrekking tot de benodigde weerstandscapaciteit is op te merken dat het een totaalbedrag is waarbij geen rekening is gehouden met een kans inschatting van het zich daadwerkelijk gelijktijdig voordoen van de risico’s. Zoals nu de vergelijking wordt gemaakt, is er voldoende beschikbare weerstandscapaciteit aanwezig als alle risico’s zich (gelijktijdig) daadwerkelijk voor zouden doen. Anderszins is op te merken dat er risico’s aanwezig zijn die niet reëel zijn in te schatten en daarom niet zijn gekwantificeerd.
De beschikbare weerstandscapaciteit ziet op middelen die zogezegd vrij zijn om in te zetten en niet geoormerkt zijn voor de uitvoering van het beleid. Conform de nota risicomanagement en weerstandsvermogen is dit van toepassing voor de algemene reserve, reserve bouwgrondexploitatie (voor risico bouwgrondexploitatie), het vrije deel van de besteedbare bestemmingsreserves, de post onvoorzien in de begroting, het vrije deel van reserve beleidsplan, de stille reserves, de berekende onbenutte belastingcapaciteit en het saldo van de jaarrekening.
De ratio weerstandsvermogen van de realisatie van 2023 wijkt af ten opzichte van de begroting van 2023 en de realisatie van 2022. Achtergrond is dat verschillende definities zijn gehanteerd voor het bepalen van het beschikbare weerstandsvermogen. De definitie die gehanteerd is voor 2023 is in lijn met de gewijzigde nota risicomanagement en weerstandsvermogen die in december 2023 is vastgesteld door de raad. Daarnaast is het benodigde weerstandscapaciteit voor de omvang van het risico met betrekking tot tertiaire achtervang voor 2023 gewijzigd van 100% naar 25%. Door deze aanpassing is aansluiting gezocht met de omvang van het risico dat de gemeente heeft. Het risicoprofiel voor deze garantstelling wordt overigens als zeer laag geschat.
Confrontatietabel | Realisatie | Begroting | Realisatie |
---|---|---|---|
Bedragen in € 1.000 | 2022 | 2023 | 2023 |
Beschikbare weerstandsvermogen | 51.586 | 118.135 | 89.219 |
- algemene reserve | 20.250 | 20.250 | 20.250 |
- reserve grondexploitatie (excl. geraamde onttrekkingen) | 19.418 | 14.015 | 19.319 |
- vrije deel besteedbare bestemmingsreserves | 19.985 | 22.700 | |
- vrije deel reserve beleidsplan | 10.000 | 10.000 | 10.000 |
- geoormerkte bestemmingsreserves | 44.535 | ||
- reserve sociaal domein | 60 | ||
- stille reserves (prudente schatting) | 10.000 | 10.000 | |
- onbenutte belastingcapaciteit | 1.833 | 1.283 | |
- onvoorzien | 25 | 100 | 100 |
- saldo jaarrek 2023 | 5.567 | ||
Benodigde weerstandscapaciteit | 14.971 | 20.471 | 11.857 |
Weerstandsvermogen | 36.615 | 97.664 | 77.362 |
Ratio weerstandsvermogen | 3,4 | 5,8 | 7,5 |
De ratio van het weerstandsvermogen is beduidend hoger dan 1,0. Door het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement (NAR) is een beoordelingstabel weerstandsvermogen opgesteld. Is de ratio tussen 1,0 en 1,4 dan is de kwalificatie ‘voldoende’ van toepassing. Tussen 1,4 en 2,0 ‘ruim voldoende’ en vanaf 2,0 ‘uitstekend’. Naar deze beoordelingstabel is de kwalificatie ‘uitstekend’ van toepassing voor de gemeente.